Leem en grond zijn beide belangrijke toevoegingen aan lokvoer, maar ze worden voor verschillende doeleinden gebruikt, afhankelijk van het type water en de gewenste visstrategie.

Leem wordt vaak gebruikt om het lokvoer zwaarder te maken, zodat het sneller naar de bodem zakt en minder snel wegdrijft. Het zorgt voor een compacte structuur, waardoor het voer langer op de bodem blijft liggen en de vis langer in het gebied blijft. Leem is ideaal voor gebruik in stromend water, waar het voer anders snel weg zou kunnen drijven, of wanneer je meer controle wilt over de verspreiding van je voer.

Grond daarentegen wordt toegevoegd om het voer meer volume te geven en om de geur van het lokvoer gelijkmatig te verspreiden. Het zorgt voor een minder dichte menging dan leem, wat het ideaal maakt voor wateren waar je het voer sneller wilt laten uitstrooien of voor gebruik in ondiepe wateren. Grond helpt de vissen naar je stek te trekken door de geur langzaam vrij te geven, wat vooral effectief is in helder water.

Door leem en grond slim te combineren met andere ingrediënten kun je je voer beter afstemmen op de specifieke visomstandigheden, waardoor je de vangstkansen vergroot. Of je nu in stromend of stilstaand water vist, deze toevoegingen helpen je lokvoer effectiever te maken.